Sondevoeding
Wanneer het u niet lukt om op de gewone manier voldoende te eten en te drinken, kan worden besloten om over te gaan op sondevoeding. Bijvoorbeeld bij ernstige kauw- en slikproblemen, vernauwing van de slokdarm of na een operatie van mond of keel.
Sondevoeding is een dunne vloeibare voeding die via een slangetje (sonde) terecht komt in de maag. Vaak wordt de sonde via de neus ingebracht. Wanneer langdurig sondevoeding gebruikt moet worden, kan de arts een zogenaamde PEG-sonde plaatsen, het slangetje loopt dan via de buikwand naar de maag.
De voeding via de sonde kan druppelsgewijs worden toegediend, maar ook per portie. Gebeurt dit per portie dan wordt op verschillende momenten een portie ineens gegeven. Druppelsgewijs betekent dat er iedere minuut een kleine hoeveelheid in de vorm van een druppel wordt afgegeven. Dit gebeurt bijvoorbeeld als er nachtelijke sondevoeding wordt gegeven. Dan wordt er gebruik gemaakt van een pomp. Die regelt de hoeveelheid voeding die wordt afgegeven en in de maag terecht komt.
Er zijn verschillende soorten sondevoeding die qua samenstelling verschillen. De diëtist bepaalt in overleg met de arts welke sondevoeding het beste past en hoeveel er nodig is. Ook kan de arts of de diëtist de vergoeding via de verzekering voor u regelen.