Diëtist aan het woord
Ondervoeding
Door: Leoni den Engelsman
Gisteren was ik op huisbezoek bij een cliënt die ik nu drie keer heb gezien. Ik bezoek deze mevrouw omdat zij chronisch ondervoed is. Mevrouw heeft een jarenlange geschiedenis met allerlei problemen in haar maag-/darmstelsel. Zij heeft een erfelijke ziekte waarbij veel tumoren ontstaan. Uiteindelijk zijn haar maag en een stuk van de darmen weggehaald. Van een stukje darm is een soort nieuwe maag gemaakt. Gelukkig kunnen dit soort dingen tegenwoordig allemaal, tientallen jaren geleden was dit nog heel anders.
Gevolg van dit alles is alleen dat mevrouw nu niet zoveel meer kan eten. Haar maag is namelijk erg klein. Ze moet haar voeding goed over de dag verdelen, waardoor ze het gevoel heeft dat ze de hele dag eet. Alleen op die manier lukt het haar om op gewicht te blijven. Probleem is wel dat dat gewicht veel te laag is; mevrouw weegt maar 35 kg, bij een lengte van 149 cm. Dit betekent dat zij een BMI (Body Mass Index) heeft van 15,8 kg/m2. Bij een BMI lager dan 18,5 is er sprake van ondervoeding!
Ondervoeding ontstaat vaak door ziekte. In het geval van deze mevrouw is haar maagdarmkanaal zo veranderd door alle operaties, dat haar lichaam de voedingsstoffen in het eten niet goed meer opneemt. Maar het kan ook zo zijn dat iemand te ziek is om te eten of een hele slechte eetlust heeft. Uiteindelijk gaat het gewicht dan omlaag. Normaal verdwijnt vooral het vet als iemand minder eet, maar bij ziekte gaan vooral de spieren verloren. Dit heeft ernstige gevolgen. Wanneer de spiermassa omlaag gaat, vermindert ook de weerstand en herstelt het lichaam moeilijker van de ziekte. Uiteindelijk verzwakt een ziek persoon nog meer en wordt zo steeds zieker.
Wanneer ik als diëtist bij iemand kom die ondervoed is, neem ik altijd eerst de gewone voeding met deze persoon door. Wat kan iemand nog wel eten? Hoe is de eetlust? Wat zijn de mogelijkheden voor iemand om maaltijden te bereiden? Dit zijn belangrijke gegevens die bepalen wat we kunnen doen om ervoor te zorgen dat iemand weer meer energie en voedingsstoffen binnenkrijgt.
In het geval van mijn cliënt bleek dit al helemaal in orde te zijn. Toen ik haar voor de eerste keer bezocht, gaf zij aan wel acht keer op een dag te eten en at ze calorierijke producten! Dus geen producten met minder vet of minder suiker, maar gewoon de volle varianten! Mevrouw kon nog wat extra calorieën binnenkrijgen door een flinke klont margarine door haar pap en de groente te doen, maar daar hield het wel bij op. Daarom zijn we in overleg begonnen met drinkvoeding en een poeder met veel koolhydraten dat ze door haar drinken kan mengen.
Helaas bleek de drinkvoeding niet goed te vallen bij mevrouw. Haar nieuwe maag kon het niet aan waardoor mevrouw misselijk werd en een vol gevoel kreeg. Ik ben nu samen met mevrouw aan het bekijken of zij sondevoeding gaat gebruiken. Ze is hier niet zo enthousiast over; ze vindt het allemaal maar een gedoe en ze heeft wat vervelende ervaringen hiermee gehad in de tijd dat ze heel erg ziek was. Ik kan deze gevoelens heel goed begrijpen. Ik leg mevrouw goed uit wat zij kan verwachten, maar zij zal zelf de beslissing moeten nemen. Mevrouw is chronisch ondervoed, wat betekent dat dit al jaren speelt. Ze is blij dat ze al maanden niet in het ziekenhuis heeft gelegen; dit vindt ze nu het belangrijkste. Het gaat redelijk goed met haar en het gewicht blijft gelukkig stabiel. Toch zal ik de komende tijd samen met haar blijven zoeken naar mogelijkheden om haar toch wat aan te laten komen!